Op 16 maart 2020 komt een telefoontje “kunnen we een helpdesk opzetten voor vragen van installatiebedrijven over coronamaatregelen?”. Nederland noch de rest van de wereld kan op dat moment overzien wat de impact gaat worden van dit nieuwe virus. “Ja, dat kunnen we” was mijn antwoord. Binnen een etmaal staat een team van vier arbeidshygiënisten klaar, is een webpagina en mailadres in de lucht en komen de eerste vragen binnen. En die vragen nemen snel toe.

Veel is op dat moment nog onbekend. Daarom hanteren we vanaf dag één twee uitgangspunten binnen de helpdesk:

  • De kwaliteit van de antwoorden moet boven alle twijfel verheven zijn. Concreet betekent dit dat we alle antwoorden onderbouwen met gegevens van erkende bronnen (RIVM, WHO) en achterliggende literatuur, deze bronnen zeer regelmatig nalopen op wijzigingen én dit documenteren in een achtergronddocument.
  • We houden in de gaten wat andere branches doen. Dit leidt binnen een paar dagen tot het eerste contact met Volandis, het kennisinstituut van de Bouw.

Deze aanpak werpt zijn vruchten af. Binnen twee weken na de start hebben we een intensieve samenwerking tussen de technieksector en de bouw op gang gecreëerd. Op 26 maart 2020 kunnen de voorzitters van Techniek Nederland en Bouwend Nederland, mede namens de vakorganisaties en aanverwante sectoren het protocol Samen Veilig Doorwerken ondertekenen met de Ministeries van BZK en Wonen. De kern van het protocol is het achtergronddocument dat we in de twee weken daarvoor hebben ontwikkeld op basis van de vele praktijkvragen vanuit de bedrijven en een gedegen beantwoording op basis van actuele wetenschappelijke inzichten.

Inmiddels is op 23 maart de intelligente lockdown afgekondigd door het Kabinet. Het protocol is daarmee goed getimed, het voorziet in een grote behoefte. Bedrijven, bewoners, opdrachtgevers, klanten en alle werkenden in de bouw-, techniek- en installatiesector krijgen hiermee duidelijkheid over veilig werken tijdens de coronacrisis. Bedrijven kunnen doorwerken zonder een bijdrage te leveren aan de verspreiding van het virus en hun eigen medewerkers beschermen. De helpdesk speelt daarin een cruciale rol. Bedrijven en medewerkers hebben rechtstreeks toegang tot goed informatie via website, telefoon en chat. En die informatie is steeds actueel. Nieuwe ontwikkelingen worden vertaald naar praktische informatie, toolboxen en andere communicatiemiddelen.

De combinatie van de woorden ‘Vietnam’ en ‘arbo’ roept beelden op die niet veel goeds voorspellen. Want over ‘arbo’ hoeven we ons in dat soort landen geen illusies te maken. Toch?

Maar Vietnam is hard op weg om dit beeld bij te stellen. De economische ontwikkeling van het land gaat hard, evenals de sociale hervormingen. ‘Veiligheid en gezondheid’ worden meer en meer een belangrijk onderwerp, heel strategisch ingezet als onderdeel van de zich ontwikkelende markteconomie. Want Vietnam mag dan communistisch worden geleid – het is ook één grote marktplaats met vrij ondernemerschap.

De wetgeving op arbovlak doet niet veel onder voor ons Europese model. De Vietnamese Arbeidswet legt keurig de basiszaken vast: werk- en rusttijden, contract, salaris, sociale zekerheid, arbo. Dat is wat moet. Maar de praktijk is anders. Daarin schuilt ook het grote verschil met Nederland. In ons land komen wetgeving en praktijk dichter bij elkaar.

Ėén van de manieren om het gat tussen wet en praktijk te dichten, is het leveren van kennis en informatie. De Vietnamese Kamer van Koophandel en haar zusterorganisatie VWEC zoeken daarom naar manieren om veiligheid en gezondheid proactief bij hun leden voor het voetlicht te brengen. De Nederlandse organisatie DECP ondersteund dit initiatief en heeft TrajectPlus ingehuurd om een pool van trainers op te leiden.

De Vietnamese trainers werken met het pakket Essentials of Occupational Safety and Health van ITC-ILO. De opleiding bestaat uit vergroten van inhoudelijke kennis en trainingsvaardigheden en de marketing van trainingen naar bedrijven.

De Vietnamese trainers inmiddels aan het werk. Dit levert een aantal ervaringen op. Onder andere overeenkomsten met Nederland. Want de motieven van deelnemers om een arbotraining te volgen verschillen niet veel met die van de Nederlandse cursist: hoe motiveer ik medewerkers c.q. management, hoe moet ik de kosten van maatregelen beoordelen en hoe zit het nu met… en dan volgt een specifiek vraag uit hun eigen praktijk over een technisch probleem. Het belang van goede arbeidsomstandigheden hoeft aan de deelnemers niet te worden uitgelegd. ‘Arbo’ is een bekend thema.

Opvallend vaak komt ook de vraag naar voren “Hoe kunnen we werknemers binden aan ons bedrijf?” Want de deelnemers zien een duidelijke relatie tussen goede arbeidsomstandigheden en personeelsbehoud. Een verband dat in Nederland soms moeilijk te staven is, maar in Vietnam keiharde praktijk. De gemiddelde Vietnamese werknemer heeft niet veel op met zijn werkgever. Een personeelsverloop van 25 tot 30% is geen uitzondering.

Het meest opmerkelijke verschil met Nederland is dat in Vietnam een hele grote informele economie actief is. Gevuld met straathandelaren, ambachtsmensen, bouwvakkers, landbouwers en middenstanders. Stalen balken doorslijpen op de hurken en blote voeten, ongeventileerde smederijen en steenovens, bouwsteigers zonder de elementaire veiligheidsvoorzieningen, je ziet het overal en je ziet het veel. Voor dit deel van de economie is arbo een totaal onbekend verhaal en een groot non-issue. De grote uitdaging voor Vietnam is om ook dit deel van de samenleving te laten aansluiten bij de ontwikkeling van het land.

In één dag het arbobeleid van je organisatie op orde én je RI&E bijgewerkt. Het lijkt ambitieus en dat is het ook. Maar de ambulancedienst ging er voor.

Samen met de preventiemedewerker bereidde TrajectPlus een strak programma voor. Deelnemers aan de dag waren het operationeel hoofd, het hoofd facilitaire zaken, de OR en natuurlijk de preventiemedewerker. Samen stortten we ons op de vragen van de branche-RI&E. Per prioritair risico verzorgde TrajectPlus een korte informatiesessie, gebruik makend van het materiaal uit de arbocatalogus. Vervolgens ging de ambulancedienst aan de slag met de bijbehorende vragen. In de ochtend passeerden alle belangrijke thema’s.

’s Middags bezochten we één ambulancepost voor de inventarisatie. Aan het einde van de dag stond de nieuwe RI&E in de steigers en werd de inventarisatie van de andere ambulanceposten ook ingepland. Management en OR hadden maximaal mee kunnen sturen. In één dag het arbobeleid op orde, het was gelukt.

Het kunststofverwerkende bedrijf wil de registratie en de risicobeoordeling van het werken met gevaarlijke stoffen verbeteren. Directe aanleiding is een bezoek van de Inspectie SZW. Die vond dat het beter moest. TrajectPlus wordt ingeschakeld voor externe ondersteuning. Het resultaat van de opdracht is:

  1. Verbeterd register gevaarlijke stoffen
  2. Checklist voor omgang met nieuwe gevaarlijke producten in het bedrijf
  3. Beoordeling van de risico’s van het werken met gevaarlijke stoffen
  4. Beheersmaatregelen vastgelegd per handeling met gevaarlijke stoffen.

Daarmee is het beleid ‘inspectieproof’. En, nog belangrijker, is het veilig werken met gevaarlijke stoffen geborgd.

De werkzaamheden bestaan uit het beoordelen van alle blootstellingssituaties in het bedrijf met een goed onderbouwde systematiek. En dit vervolgens vast te leggen en maatregelen te treffen daar waar nodig. In dit geval is als systematiek gekozen om te werken met Stoffenmanager. De ondersteuning door TrajectPlus is begeleidend en toetsend; de werkzaamheden verricht de preventiemedewerker.

Wat is de bekendheid en het effect van 5xbeter? En wat moet 5xbeter doen om voorbereid te zijn op de toekomst? Die 2 vragen stonden centraal in dit evaluatieonderzoek.

5xbeter is het sectormodel van de Metaalbewerking en Metalektro voor de bevordering van goede arbeidsomstandigheden. Het model wordt op gezette tijden tegen het licht gehouden en verbeterd.

Bureau KLB, die de opdracht uitvoerde, schakelde TrajectPlus in om het evaluatieonderzoek uit te voeren. Betrokken bij de doelstelling van 5xbeter, maar met een afstandelijke en kritische blik, hielden de evaluatoren het proces en de resultaten van het programma tegen het licht. De opdrachtgever vatte het eindresultaat als volgt samen in een nieuwbericht: “Iedereen die in de metaalbewerking en metalektro werkt, verdient een veilige en gezonde werkomgeving. Dat was 10 jaar geleden de missie van 5xbeter, en zo luidt hij nog steeds. En met succes, zo blijkt uit een onafhankelijke evaluatie van het Plan van Aanpak 2014-2016 door Bureau KLB.”

5xbeter heeft met input van het evaluatierapport de programmering voor de nieuwe periode kunnen invullen.

“Aanpassen aan de communicatie-eisen van de huidige tijd, aan recente ontwikkelingen en regelgeving en aan de wensen en behoeften vanuit de dagelijkse praktijk van gehandicaptenzorg organisaties.”

Zo luide, samengevat, de opdracht van sociale partners in de gehandicaptenzorg aan samenwerkingspartner De Goede Praktijk. De arbocatalogus biedt werknemers en managers informatie over de belangrijkste arborisico’s in de gehandicaptenzorg: BHV, agressief gedrag, fysieke belasting, werkdruk en biologische agentia. De Inspectie SZW gebruikt de arbocatalogus in haar inspectiebeleid voor de sector.

In het projectteam van De Goede Praktijk zaten 4 samenwerkingspartners. TrajectPlus nam de projectleiding voor zijn rekening. De arbocatalogus is tot stand gekomen met inbreng vanuit gehandicaptenzorgorganisaties. De vindbaarheid en herkenbaarheid van de informatie vergroten we door elk thema een vaste opbouw te geven: zoek je iets voor jezelf, voor je team of voor de gehele organisatie? Voor het actualiseren van de informatie is de uitvraag bij de doelgroep belangrijk. En het checken van de stand der techniek. Het resultaat is een webbased informatietool.